NVIDIA’s Project Shield handheld console werd tijdens de Consumer Electronic Show in begin januari voor het eerst aan de media gepresenteerd, en om niet vergeten te worden laat de chip-maker vandaag zien hoe de ontwikkeling van de console is verlopen.
De Project Shield console is uitgerust met de nieuwe quad-core Tegra 4 processor en de batterij van het apparaat moet goed zijn voor vijf tot tien uur aan gameplay. Het gehele apparaat is kleiner dan de tablet controller van de Wii U, en kan games spelen uit de Android Play Store, maar ook volwaardige titels die compatible zijn met de GeForce grafische kaarten.
Volgens NVIDIA werd het eerste prototype geassembleerd in 2012, en was de console op dat moment niks meer dan een game controller dat via een stuk hout verbonden was met een smartphone. Het team van NVIDIA ontwikkelde daarop een kleine controller voordat men begon met de installatie van de processors en de Android software.
Het was volgens het bedrijf belangrijk om van de Shield iets speciaal te maken, en daarom koos men ook voor het open source Android platform, dat gebruikers ook direct de mogelijk zou geven om duizenden games te spelen. Hoewel Project Shield een geheim project was binnen het bedrijf, begon ook de tijd tot CES langzaam weg te tikken. Het bedrijf besloot daarom ook om ingenieurs uit Texas en China laten over te vliegen om het proces te versnellen.
In de weken voorafgaande aan de presentatie werden de onderdelen van de Shield persoonlijk afgeleverd door partners uit Oostenrijk, Taiwan en China. Pas in december waren er twee prototypes klaar, beide met een aantal grote gebreken. Met slechts 19 dagen te gaan begon het team met het testen van de Tegra 4 processor, solderen, en het werken aan de behuizing om een product af te leveren dat het publiek tijdens CES zou verbazen.
Voor NVIDIA is gelukkig alles goed gekomen, laten we nu hopen dat de handheld zo snel mogelijk wordt uitgebracht. Het gehele verhaal over de ontwikkeling van Project Shield is hier te lezen.