De zaak die Apple in de Verenigde Staten heeft aangespannen tegen Motorola Mobility/Google is door een Amerikaanse rechter volledig geschrapt. Het bedrijf uit Cupertino was van mening dat Motorola zich niet zou houden aan de FRAND-voorwaarden en daardoor buitensporige royalty’s vroeg voor de patenten in kwestie. Het is opnieuw een juridische nederlaag voor Apple in het gevecht tegen Android. Google voltooide de overname van Motorola Mobility vorig jaar en kreeg daardoor 17.000 patenten in handen, die voornamelijk gebruikt zullen worden om Android te verdedigen tegen juridische aanvallen van de concurrentie.
Volgens de BBC, wilde Motorola 2,25 procent van de verkoopprijs van elk Apple product dat gebruik maakt van sommige patenten. Apple wilde echter niet meer dan $1 per verkocht apparaat betalen. Dit is dan ook waar de zaak om draait, de patenten in kwestie moet door Motorola onder FRAND-voorwaarden worden gelicenseerd, dit betekent dat er geen exceptionele bedragen mogen worden gevraagd, echter kan het bepalen van de prijs toch vaak tot veel conflicten leiden. Want wie bepaald nou de prijs van een patent? Er worden vaak complexe financiële modellen gebruikt, maar deze modellen lijken meer op wetenschap dan op een zakelijke deal.
De reden dat rechter Barbara Crabb de zaak zou hebben geschrapt is dat ze twijfelt of ze wel de juridische bevoegdheid heeft om te luisteren naar de claims van Apple. Kort na deze beslissing verstuurde Apple een juridische brief, waarin te lezen is dat het bedrijf van mening is dat Crabb wel bevoegd is om uitspraak te doen in de zaak. Deze brief is natuurlijk bedoeld om Crabb te overtuigen om haar beslissing te herzien. Mocht dit echter niet gebeuren, dan zijn er volgens FOSS Patents nog weinig mogelijkheden voor Apple, want het is niet mogelijk om de zaak opnieuw te starten in een ander district.
Na de uitspraak, liet Motorola weten dat het nog steeds open staat om met Apple in onderhandeling te gaan: “Motorola licenseert al een lange tijd ons uitgebreide patent portfolio op een redelijke en niet-discriminerend tarief in overeenstemming met de industrievoorwaarden.”