Zoals je waarschijnlijk wel weet is het mogelijk om de naam van je Mac te veranderen, maar mogelijk wist je nog niet dat het mogelijk is om unieke namen in te stellen voor verschillende diensten, zoals het delen van bestanden via AirDrop, SSH of wanneer je commando’s aan het schrijven bent in Terminal. Heel moeilijk is dit gelukkig niet, het enige wat je eigenlijk hoeft te weten is hoe je terminal start en gebruik maakt van een commando.
Je vraagt je misschien af waarom dit handig is; een unieke hostname zorgt ervoor dat je Mac een stuk makkelijker is te vinden, een optie die vooral van pas komt wanneer je een hoop verschillende systemen moet beheren.
Laten we beginnen met het openen van de Terminal applicatie (Applicaties -> Hulpprogramma’s -> Terminal).
De naam van je computer moet een gebruikersvriendelijk naam zijn die makkelijk is te onthouden, en herkenbaar is voor andere gebruikers die via een lokaal netwerk proberen met je Mac te verbinden. Deze naam kan trouwens ook in het menu “Delen” worden aangepast. Om de naam te veranderen voor je het volgende commando in:
scutil –set ComputerName “MacBook Willy”
HostName is de naam die wordt getoond wanneer je een verbinding gaat leggen via bijvoorbeeld SSH en Terminal, en wordt door zowel lokale als externe netwerken gebruikt. Om deze naam te veranderen voer je het volgende commando in:
scutil –set HostName “centauri”
LocalHostName is de naam die wordt getoond bij diensten die gebruik maken van het Bonjour protocol, waaronder diensten zoals AirDrop. Met het volgende commando verander je de LocalHostName:
scutil –set LocalHostName “MacBookPro”
Natuurlijk hoef je de namen niet te veranderen, maar in veel gevallen is het wel makkelijker om te onthouden.