Europese toezichthouders hebben voorbereidende stappen genomen die erop lijken te wijzen dat men klaar is om de antitrustzaak tegen Google eigenlijk van start te laten gaan. De hernieuwde interesse heeft mogelijk te maken met de wisseling van de wacht in oktober vorig jaar, toen Margrethe Vestager de rol in nam van commissaris van concurrentie van de EU.
Haar voorganger, Joaquín Almunia, probeerde drie keer een vrijwillige schikking te treffen met Google na klachten dat het zijn zoekmachine zou misbruiken om concurrenten weg te cijferen. Ondanks dat Google verschillende concessies deed werd er nooit een volledige overeenkomst bereikt.
[sc:inpost-tekst ]Het bewijs dat er vanuit Brussel opnieuw interesse wordt getoond in de zaak blijkt uit het nieuws dat toezichthouders hebben gesproken met de bedrijven die in het verleden klaagden over de oneerlijke concurrentie van Google. Brussel vroeg deze bedrijven om toestemming om delen van de vertrouwelijke klachten te publiceren, zo zouden twee bronnen hebben aangegeven aan de zakenkrant The Wall Street Journal.
De concurrenten beschuldigen Google van het misbruik maken van de monopoliepositie van zijn eigen zoekmachine door voorkeursbehandelingen te geven aan zijn eigen, vaak inferieure diensten, waardoor ze door middel van hun zoekmachine nog meer klanten kunnen binnenhalen. De Amerikaanse Federal Trade Commission deed eerder al onderzoek naar de klachten, maar dit onderzoek eindigde uiteindelijk zonder actie.
Volgens een andere bron hoeft de voorbereiding van een klacht niet direct te betekenen dat de commissie plannen heeft om verdere juridische actie te ondernemen. Vestager kan de informatie namelijk ook gebruiken als ruilmiddel om het bedrijf te dwingen tot nieuwe onderhandelingen.
In het verleden hebben we gezien dat bedrijven vaak besluiten om een deal te sluiten met Brussel, omdat het anders in vrijwel alle gevallen zal leiden tot een hoge boete, wat men pas later aanvechten door middel van een juridisch beroep.
[sc:adsense-tekst ]