De OnePlus 5 werd vorige week officieel aangekondigd, maar de lancering blijkt net als voorgaande releases niet vlekkeloos te zijn verlopen. In de afgelopen jaren draaide de kritiek om de beschikbaarheid, defecte hardware, prijs en het lijkt er daardoor op dat iedere OnePlus-smartphone eerst de nodige kritiek moet ondergaan. De OnePlus 5 is geen uitzondering op deze regel nadat bleek dat de fabrikant benchmarks manipuleert met zijn software.
Het cheating in benchmarks is eigenlijk oud nieuws in de wereld van Android-apparaten, echter hadden we verwacht dat de meeste bedrijven hun lesje inmiddels zouden hebben geleerd. OnePlus paste vorig jaar al de nodige tweaks toe om beter te presteren in benchmarks en met de OnePlus 5 heeft het dit opnieuw gedaan. OnePlus-ceo en medeoprichter Pete Lau is het echter niet eens met de beschuldigingen en kritiek, zo blijkt uit een interview met de Indian Express.
De testers van XDA ontdekten tijdens hun review dat de prestaties van de OnePlus 5 worden opgeschroefd wanneer bepaalde benchmark-apps op de telefoon worden gestart. Het gaat hier vooral om throttling, oftewel het verlagen van de kloksnelheid van de chipset wanneer de temperaturen hoog oplopen. Lau beweert dat het beperken van throttling, tijdens het draaien van benchmark-apps, aantoont dat de warmteafvoer van de OnePlus 5 zo goed is dat de cores van de cpu op de hoogste kloksnelheid kunnen draaien.
Volgens OnePlus is de warmteafvoer aanzienlijk beter in vergelijking met concurrerende smartphones, omdat de OnePlus 5 niet waterdicht is. Lau zegt dat het een zakelijk beslissing is geweest gebaseerd op een overtuiging dat het geen belangrijke eigenschap is voor consumenten. Volgens de ceo levert de OnePlus 5 wat gebruikers willen, of in ieder geval wat ze denken dat gebruikers willen. Zelfs wanneer dat resulteert in een duurdere smartphone met nog steeds een 1080p-resolutie. Een QHD-scherm zou weinig meerwaarde bieden en meer zorgen voor een kortere accuduur. De hogere prijs is volgens hem het resultaat van de huidige markteconomie, waarbij componenten steeds toegankelijker worden, maar ook duurder.